STAP 1: Een interne preventieadviseur aanstellen
zich aansluiten bij een externe dienst

Een interne preventieadviseur aanstellen 

De rol van de preventieadviseur bestaat erin de werkgever, het lijnmanagement en de werknemers bij te staan bij de ontwikkeling, programmering en uitvoering, en de evaluatie van het welzijnsbeleid. De preventieadviseur begeleidt en leidt de leden van zijn bedrijf bij de implementatie van preventie en bescherming.

Elke organisatie, ongeacht haar omvang en zodra zij een (gelijkgestelde) werknemer heeft, is verplicht om een IDPB op te richten. In die dienst moet altijd een preventieadviseur aanwezig zijn. In kleine organisaties zal de oprichting van de IDPB dus bestaan uit de aanstelling van een preventieadviseur. In bedrijven met minder dan 20 werknemers kan de werkgever zelf als preventieadviseur optreden.

De preventieadviseur wordt benoemd door de werkgever en in overleg met het CPBW. Aangezien hij zijn taken in volledige onafhankelijkheid moet uitvoeren, kan hij geen lid zijn van het lijnmanagement (werkgeversvertegenwoordiger) en geen vakbondsfunctie binnen de onderneming uitoefenen (werknemersvertegenwoordiger). De persoon die de functie van preventieadviseur uitoefent, moet onder contract staan bij het bedrijf. Het is daarom verboden om alleen te verwijzen naar de externe dienst voor preventie- en bescherming, of een beroep te doen op een consultant.

De functie van preventieadviseur is gediversifieerd. Dat impliceert dat hij over een breed scala aan kennis beschikt. De interne preventieadviseur is gespecialiseerd in arbeidsveiligheid (zie de 7 domeinen van welzijn).

Om zijn taken uit te voeren, moet de preventieadviseur beschikken over een specifieke opleiding van niveau 1, 2 of 3, afhankelijk van de categorie van het bedrijf (A, B, C of D). 

Om de groep (A, B, C of D) te bepalen wordt met twee criteria rekening gehouden:

  • Het aantal werknemers;
  • Het risico dat gepaard gaat met de activiteiten van het bedrijf: hoe hoger het risico, hoe sneller het bedrijf in een hogere klasse terecht komt

Transportbedrijven (NACE-code beginnend met 49, 50, 51, 52 et 53, dus ook autobus- en autocarbedrijven) worden beschouwd als bedrijven onderhevig aan ernstige risico's.

Volgende indeling is dan ook van toepassing: 

Groupe

Nombre de travailleurs

Conseiller en prévention interne

Niveau minimal de formation

A

À partir de 200

Membre du personnel

Niveau 1

B

50 – 199

Membre du personnel

Niveau 2

C

20 – 49

Membre du personnel

Connaissances de base

D

1-19

Employeur ou membre du personnel

Connaissances de base

Belangrijk is ook dat er een sub-categorie C+ C- bestaat.

Indien uw onderneming tot de groep C behoort moet uw interne preventieadviseur slechts een basiskennis kunnen bewijzen. Echter, in bepaalde bedrijven van de groep C heeft de interne preventieadviseur een hoger opleidingsniveau behaald (I of II). We spreken dan van twee soorten bedrijven:

  • Bedrijven van de groep C+: het bedrijf behoort tot de groep C en de preventieadviseur heeft een opleidingsniveau I of II
  • Bedrijven van de groep C-: het bedrijf behoort tot de groep C en de preventieadviseur heeft een basiskennis

Aansluiten bij een EDPB

Zodra een bedrijf werknemers in dienst heeft, is het verplicht zich aan te sluiten bij een externe dienst voor preventie en bescherming (hierna "EDPB" genoemd). Een EDPB is een vzw gespecialiseerd in het verlenen van diensten op het vlak van de wetgeving inzake welzijn op het werk. Zeer weinig bedrijven kunnen zonder samenwerking met een externe dienst, want het komt zelden voor dat bedrijven alles zelf kunnen organiseren binnen hun interne dienst. Alleen zeer grote bedrijven doen dat. Daarom heeft de wetgever ervoor gezorgd dat bedrijven een beroep kunnen doen op de expertise van een EDPB van hun keuze. 

De EDPB wordt meestal gereduceerd tot de term "arbeidsgeneeskunde", maar deze instantie beschikt over uitgebreidere bevoegdheden dan u misschien denkt.

Elke EDPB bestaat uit twee verschillende afdelingen, namelijk:

  • risicobeheer;
  • gezondheidstoezicht.

Opgelet! Het aangesloten zijn bij een EDPB ontslaat u niet van de verplichting om een interne preventieadviseur aan te stellen.  

Een lijst van alle bestaande externe diensten met wat meer uitleg vindt u hier:

Bij uw aansluiting ontvangt u normaal gezien volgende documenten:

  • De aansluitingsovereenkomst: dit is het contract met de externe dienst.
  • Het identificatiedocument: beschrijft de taakverdeling tussen u en de externe dienst.

Beide documenten moeten ten aller tijde aanwezig zijn in het bedrijf en voorgelegd kunnen worden. 

Taakverdeling

Hoe de taakverdeling tussen de externe dienst en het bedrijf precies verloopt zal verschillend zijn van situatie tot situatie. De wetgever heeft wel een aantal richtlijnen vastgelegd, met name: 

Taken van de werkgever:

  • bezorgt op vraag van de externe dienst alle nuttige informatie zoals bijvoorbeeld de personeelslijst met de namen en functieomschrijving van de medewerkers, het aantal locaties of afdelingen,...
  • werkt in het kader van de risicoanalyse samen met de preventieadviseur van de externe dienst door hem te vergezellen bij zijn bezoeken aan de arbeidsplaats en hem bij te staan bij het onderzoeken van de oorzaken van arbeidsongevallen, beroepsziekten en bij het opstellen van inventarissen van vb. chemische producten;
  • werkt samen met de externe dienst bij de implementatie van preventiemaatregelen, bij de uitwerking van noodprocedures en bij de organisatie van EHBO en dringende verzorging.

Taken van de externe dienst:

  • plant en voert alle medische onderzoeken uit;
  • beantwoordt vragen van psychosociale aard zoals vragen over ongewenst overschrijdend gedrag, alcohol en middelengebruik, ziekteverzuim, ...de vragen kunnen zowel door de medewerkers als door de werkgever zelf worden gesteld.
  • contacteert de werkgever om het verplichte jaarlijks bedrijfsbezoek in te plannen
  • helpt de werkgever bij de risico-inventarisatie en - evaluatie om de belangrijkste aandachtspunten, werkpunten in kaart te brengen.
  • ...

Indien uw externe dienst de hier vernoemde taken niet of onvoldoende opneemt dient u hen daarop te wijzen. De werkgever blijft namelijk de eindverantwoordelijke voor het gevoerde welzijnsbeleid. De externe dienst moet echter wel kunnen aantonen dat ze de werkgever daarvoor de nodige ondersteuning heeft gegeven.

Tarifering

Bekijk de tarieven.