Wet wendbaar en werkbaar werk - Vorming

De maatregelen van de wet werkbaar en wendbaar[1] werk hebben tot doel het werk "werkbaar" te maken voor werknemers en "wendbaar" voor werkgevers, en tegelijk mensen meer kans te geven om werk te combineren met gezin, welzijn en opleiding.

De wet wendbaar en werkbaar werk voorziet een interprofessionele opleidingsdoelstelling van 5 dagen/VTE/jaar. Deze opleidingsdoelstelling geldt over alle sectoren heen en houdt in dat via een af te spre-ken groeipad op termijn gemiddeld 5 opleidingsdagen/VTE/jaar moeten gegeven worden.

Aan deze doelstelling kan uitvoering gegeven worden via een CAO afgesloten op sectorniveau. Bij gebrek aan een dergelijke CAO moeten de bedrijven de opleidingsdoelstellingen bijhouden via een individuele opleidings-rekening.

Een sectorcao vorming werd afgesloten[2]. Deze CAO legt de huidige opleidingsinspanningen vast op gemiddeld 2 dagen/jaar/VTE. Voor de bepaling van dit aantal werden de opleidingen in het kader van de nascholing en alle andere formele en informele opleidingen en op-leidingen op de werkplek in aanmerking genomen. Het groeipad naar gemiddeld 5 opleidingsdagen zal gereali-seerd worden door het toekennen van opleidingstijd aan de werknemers en door het aanbieden van en het ingaan op een vormingsaanbod.

Gezien het belang van alle opleidingen die aan de werknemers worden gegeven, zowel deze in het kader van de nascholing als alle andere formele en informele opleidingen en opleidingen op de werkplek, moeten deze geregistreerd worden via de sociale balans. Informele opleidingen zijn opleidingen zoals lijnverkenning in het geregeld vervoer, ingebruikname van nieuwe machines en voertuigen, enz...

In de toekomst wordt de sociale balans wellicht een belangrijk instrument om de opleidingsinspanningen van de bedrijven te beoordelen.


[1] Wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en werkbaar werk, B.S., 15 maart 2017. Zie onderafdeling 2 van hoofdstuk 2.

[2] Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2017 met betrekking tot de permanente vorming in de ondernemingen van geregeld, bijzondere vormen van geregeld en ongeregeld vervoer.