Fietsvergoeding

01-02-2024

Nieuw - 2024 - Indexering en nieuwe bedragen

Op 24 januari 2023 heeft de Nationale Arbeidsraad CAO nr. 164 aangenomen betreffende de toekenning van een fietsvergoeding aan werknemers in de privésector.

PRINCIPE EN VOORWAARDEN VAN TOEKENNING

De werknemer die de verplaatsingen tussen zijn woonplaats en zijn plaats van tewerkstelling regelmatig per fiets verricht, ontvangt een fietsvergoeding van zijn werkgever vanaf 01/05/2023. 

Onder "fiets" wordt verstaan: een rijwiel, een gemotoriseerd rijwiel of een speedpedelec, zoals gedefinieerd in het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met dien verstande dat de gemotoriseerde rijwielen en de speedpedelecs enkel in aanmerking komen wanneer ze elektrisch worden aangedreven. 

Voor 2024 bedraagt de vergoeding € 0,28/km

Om recht te hebben op de fietsvergoeding, moet de werknemer de fiets regelmatig gebruiken voor zijn woon- werkverplaatsingen. Occasionele verplaatsingen worden niet in aanmerking genomen.

Bijvoobeeld: een verplaatsing minstens één keer per week wordt beschouwd als een regelmatige verplaatsing. Een werknemer die in de zomer met de fiets naar het werk komt, voldoet eveneens aan het criterium van de regelmatige verplaatsing. 

Bovendien mag het woord "regelmatig" geen beletsel vormen voor de werknemer om bij wijze van test in het systeem voor de toekenning van een fietsvergoeding te stappen. 

Indien de werknemer voor zijn woon- werkverplaatsingen gebruik maakt van verschillende vervoerswijzen, waaronder de fiets, kan hij van elk daarvan een vergoeding van zijn werkgever ontvangen. In dat geval moet de vergoeding betrekking hebben op verschillende gedeelten van het woon- werktraject of op hetzelfde traject (of een deel daarvan) dat in verschillende perioden van het jaar wordt afgelegd. Voor eenzelfde afstand die op hetzelfde moment wordt afgelegd, kan bijgevolg niet meer dan één vergoeding toegekend worden. 

Bijvoorbeeld: Een werknemer die een voltijds jaarabonnement voor de trein heeft, kan geen vergoeding ontvangen wanneer hij af en toe met de fiets naar het werk komt. 

Wanneer de werknemer evenwel met het openbaar vervoer naar het werk komt en de fiets gebruikt voor het vooren na-traject, kan hij voor dat gedeelte van het traject een fietsvergoeding ontvangen. Hetzelfde geldt voor de werknemer die het volledige jaar met de auto naar het werk gaat en in de zomer met de fiets. Voor deze periode kan hij een fietsvergoeding ontvangen. De verplaatsingsvergoeding voor de auto valt dan weg.

De toekenning van de vergoeding wordt geplafonneerd op een afstand van maximum 20 km per enkel traject, dus 40 km in totaal per dag voor een heen- en terugtraject.

BEDRAG EN MODALITEITEN VAN BETALING 

Voor 2023 bedraagt de vergoeding € 0,27/km. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. In 2024 is het geïndexeerde bedrag € 0.28/km.

Het wordt betaald samen met de loonafrekening. De fietsvergoeding is vrijgesteld van belastingen en RSZ-bijdragen tot een bepaald bedrag (zie Belastingen hieronder). De werknemer moet een verklaring op erewoord invullen en ondertekenen, waarin hij het aantal kilometers vermeldt evenals het betrokken aantal dagen per maand. De frequentie waarmee deze verklaring moet worden ingevuld en de controlemodaliteiten van de in de verklaring vermelde gegevens worden door de werkgever vastgesteld.

QUID VOOR ONZE SECTOR ?

Bestaande systemen van fietsvergoeding op sectoraal of ondernemingsvlak kunnen behouden blijven, indien ze zijn vastgelegd in CAO's, ook al ligt het toegekende bedrag lager dan het bedrag voorzien in de NAR-CAO. 

Voor onze sector : 

 • chauffeurs geregeld vervoer in opdracht van De Lijn: behoud van de fietsvergoeding van € 0,21/km volgens de modaliteiten vastgelegd in de sectorCAO; 

chauffeurs van geregeld vervoer in opdracht van de TEC, van bijzonder geregeld en ongeregeld vervoer: fietsvergoeding van € 0,28/km op basis van de NAR-CAO; 

garagepersoneel: fietsvergoeding van € 0,28/km op basis van de NAR-CAO; 

bedienden: behoud van de fietsvergoeding van € 0,20/km volgens de modaliteiten van sector CAO PC 200. 

De bedrijven die zelf reeds een fietsvergoeding toekenden of de bestaande sectorale fietsvergoedingen uitgebreid hebben tot het volledige personeel, kunnen deze bedrijfseigen systemen behouden, op voorwaarde dat ze in een collectieve arbeidsovereenkomst zijn vastgelegd. Indien dit niet het geval is, wordt op de personeelsleden, waarop de sectorale CAO's niet van toepassing zijn, de NAR-CAO van toepassing.

Alle informatie per werknemerscategorie en subsector is opgenomen in onze sociale gids: Sociale Gids

BELASTINGEN

Vanuit fiscaal oogpunt zijn er nu nieuwe vrijstellingsvoorwaarden en nieuwe plafonds. Klik voor meer informatie op de onderstaande link en kies de rubriek : "Hoe wordt mijn fietsvergoeding belast":

Fietsvergoeding en belastingen