
Veelgestelde vragen

Vragen over het geregeld vervoer
Maandstoeslag: wie heeft er recht op?
Minstens
- 10 effectieve werkdagen = recht op de premie.
- Vakantiedagen = gelijkgesteld aan effectieve prestaties.
- Ontslag of ontslag om dringende reden = verlies van het recht op de premie.
OTW:
129,90 €
VVM:
183,82 €Moet de stationnementtijd als arbeidstijd worden beschouwd?
Niet altijd. Stationnementtijd (wachttijd op de lijn waarbij de chauffeur vrij over zijn tijd beschikt) valt binnen de diensttijd (amplitude), maar wordt niet automatisch als arbeidstijd beschouwd.
Uitzondering:
15 minuten per stationnement – namelijk 5 minuten na aankomst en 10 minuten voor vertrek – worden wél als arbeidstijd beschouwd, tenzij de chauffeur tijdens die wachttijd effectieve arbeidsprestaties van langere duur moet verrichten.
Hebben chauffeurs die rijden op Belbus-, De Lijn Flex- of Hoppin-diensten ook recht op de vrijverkeerkaart?
In het VOM Flexbestek zijn de vrijverkeerkaarten niet opgenomen, in tegenstelling tot het VOM Vast.
Vragen over het bijzonder geregeld vervoer
Wanneer moet de ARAB vergoeding worden uitbetaald?
De ARAB vergoeding wordt ten laatste uitbetaald op hetzelfde moment als het loon van de maand waarop ze betrekking heeft (artikel 6 van de CAO van 4/03/2008 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van het rijdend personeel van de bijzondere regelmatige diensten).
Het is aan te raden om te wachten tot het einde van de maand, omdat dit het tellen van het aantal effectief gewerkte dagen vergemakkelijkt. Daarna kunt u bepalen of de betaling maandelijks of per dag moet gebeuren.
Meer info via deze link: klik HIER.
Ecocheques
Een chauffeur heeft recht op ecocheques van 125 € (of pro rata volgens het arbeidsregime) als hij of zij aan de volgende twee voorwaarden voldoet:
-
Op 1 januari van het betreffende jaar minstens 5 jaar anciënniteit bij dezelfde werkgever heeft;
-
Tijdens het volledige vorige kalenderjaar effectief heeft gewerkt (niet noodzakelijk voltijds).
Opmerkingen:
-
De anciënniteit van 5 jaar wordt beoordeeld over de vijf volledige jaren voorafgaand aan het jaar van toekenning, ongeacht het aantal gepresteerde uren of onderbrekingen.
-
De ecocheques moeten ten laatste op 30 juni van het betrokken jaar worden uitbetaald.
Hebben chauffeurs recht op een forfaitaire vergoeding voor gesplitste diensten?
Ja, een forfaitaire vergoeding van 1 € per effectief gepresteerde dag wordt toegekend aan chauffeurs van gespecialiseerde lijndiensten, op voorwaarde dat ze tegelijk aan de volgende drie criteria voldoen:
-
De chauffeur werkt volgens een gesplitste dienstregeling;
-
De chauffeur keert niet terug naar huis met het voertuig tijdens de onderbreking;
-
De chauffeur woont meer dan 5 km van zijn vaste standplaats.
Belangrijk:
-
De vergoeding geldt enkel per effectief gewerkte dag waarin aan de drie voorwaarden is voldaan.
-
De betaling gebeurt via het normale loon.
Vragen over het ongeregeld vervoer
Diensttijd (amplitude): Hoe een begonnen uur vergoeden?
Een begonnen uur geldt als een volledig uur. Dit betekent dat het volledige uur moet worden vergoed en niet pro rata.
Vragen over de zondagtoeslag
Wat zijn de gevallen waarin de zondagtoeslag verschuldigd is ?
De prestatie vangt aan op een zondag of een feestdag:
Voor diensten die beginnen op een zon- of feestdag is de toeslag gegarandeerd:
- een bruto toeslag van 30 EUR voor een amplitude van maximaal zes uur, en
- een bruto toeslag van 50 EUR voor een amplitude van meer dan zes uur.
De dienst begint op de dag voor een zon- of feestdag:
Als de dienst begint op de dag voor een zon- of feestdag, moet de chauffeur ten minste 3 uur dienst draaien op de betreffende zon- of feestdag. In dit geval wordt de toeslag berekend over de totale amplitude (diensttijd):
- een bruto toeslag van 30 EUR voor een amplitude van maximaal zes uur, en
- een bruto toeslag van 50 EUR voor een amplitude van meer dan zes uur.
Zijn er gevallen waarin twee toeslagen verschuldigd zijn op dezelfde zondag?
Principe: De toeslag voor arbeidsprestaties op zondag is van toepassing per amplitude.
Het is dus mogelijk dat er 2x een toeslag moet worden betaald. Sommige chauffeurs vertrekken bv. vroeg in de ochtend op zondag, nemen vervolgens een dagelijkse rust en hebben daarna, nog steeds op zondag een tweede prestatie /amplitude.
Voor meer informatie, klik op ons volledig artikel met praktijkgevallen: HIER.
Welke anciënniteit is nodig om recht te hebben op de eindejaarspremie?
Je hebt recht op de eindejaarspremie als je:
-
minstens 6 maanden anciënniteit hebt opgebouwd bij dezelfde werkgever tijdens het referentiejaar (het jaar waarin de premie wordt toegekend);
-
én aan de overige voorwaarden voldoet die in de regeling zijn opgenomen.
De premie wordt uiterlijk op de laatste werkdag van december uitbetaald.
Let op: bij vrijwillig ontslag of ontslag om dringende reden kan je het recht op de premie verliezen.
Verplaatsing naar autocar met een ander voertuig: Wordt deze verplaatsing beschouwd als diensttijd (amplitudetijd)? Zo ja, onder welke voorwaarde(n) valt deze verplaatsing binnen de amplitudetijd?
1. Situaties waarin de bezoldiging verschuldigd is
Het artikel 15 van de CAO van 17 december 2015 bepaalt inderdaad dat er een bezoldiging verschuldigd is in geval (1) een chauffeur zijn dienst begint of eindigt buiten de onderneming en (2) wanneer een chauffeur verplaatsingen heeft gemaakt met een ander vervoermiddel dan de eigen autocar. Deze voorwaarden moeten cumulatief zijn vervuld vooraleer er sprake kan zijn van een bezoldiging. Het verschuldigd bedrag bedraagt 110,69 EUR ingeval de chauffeur een verplaatsing dient te maken van meer dan 6 uur en 81,63 EUR in geval de verplaatsing minder dan 6 uur bedraagt.
Chauffeur begint buiten de onderneming:
- Vb. 1: Een chauffeur die in Brussel woont reist met zijn auto naar Namen om vanuit Namen naar Frankrijk te vertrekken. Namen is niet de locatie van de onderneming en hij rijdt met zijn eigen wagen naar de standplaats van de bus. In dat geval is inderdaad het bedrag van 81.63 EUR verschuldigd omdat de reistijd minder dan 6 uur zal bedragen.
- Vb. 2: Een chauffeur die in Antwerpen woont, moet eerst naar een garage in Hasselt reizen om de autocar op te halen. Hasselt is niet de locatie van de onderneming. De chauffeur dient met eigen vervoer naar Hasselt te gaan, bijvoorbeeld met het openbaar vervoer, een privéwagen of een ander vervoersmiddel, om daar zijn dienst te beginnen. Aangezien de reis minder dan 6 uur duurt en buiten de onderneming begint, zal een bedrag van 81,63 EUR verschuldigd zijn.
- Vb. 3: Een chauffeur reist meer dan 6 uur van zijn woonplaats naar Nice in Frankrijk met de trein om zijn dienst aan te vangen. Aangezien de specifieke dienst buiten de onderneming begint en de werknemer meer dan 6 uur heeft gereisd, zal een bedrag van 110,69 EUR verschuldigd zijn.
De chauffeur eindigt buiten de onderneming:
- Ingeval van internationale ritten kan een chauffeur worden gevraagd om zijn dienst te beginnen vanuit de onderneming en deze te eindigen in München, Duitsland. In de veronderstelling dat de chauffeur met een ander vervoermiddel de terugreis zal moeten maken en de autocar daar dient achter te laten, en deze rit langer dan 6 uur zal duren, dan is een bedrag van 110,69 EUR verschuldigd.
2. Behandeling van de bezoldiging
Dit roept de vraag op of de bezoldiging moet worden behandeld als een aanvulling op de grote of kleine amplitude, dan wel of deze bedragen de reeds vastgestelde forfaitaire brutodaglonen moeten vervangen.
De CAO bevat geen afwijkende bepaling die stelt dat de bezoldigingen bij het aanvangen of beëindigen van een dienst buiten de onderneming de forfaitaire bruto dagvergoedingen moeten vervangen. Daarom moet het principe worden toegepast dat deze vergoedingen aanvullend zijn en niet vervangend, aangezien vervanging eerder de uitzondering op de regel is. Daarnaast valt deze regelgeving onder "Hoofdstuk 8 – Gemeenschappelijke loonbepalingen", waarin ook diverse aanvullende vergoedingen worden opgesomd.
In die zin bepaalt het art. 2.4 van de CAO eveneens dat:
- "De dagelijkse rusttijd de tijd omvat die nodig om de afstand af te leggen tussen de woonplaats van de bestuurder tot aan de garage van de onderneming en omgekeerd.
- Indien het autocarvoertuig echter niet geparkeerd staat in de garage van de onderneming, wordt de tijd die nodig is om de afstand af te leggen naar en van de plaats waar het autocarvoertuig staat, beschouwd als diensttijd, voor zover deze tijd langer is dan de tijd die de bestuurder normaliter besteedt aan de verplaatsing van en naar de garage van de onderneming."
Kortom vatten we bovenstaande principes dus in enkele punten samen:
- De chauffeur vertrekt van thuis naar de onderneming en vangt daar zijn dienst aan = geen diensttijd;
- De chauffeur vertrekt vanuit zijn thuisadres naar een plek buiten de onderneming en zijn reistijd is korter dan zijn gebruikelijke reistijd, dan is deze tijd geen diensttijd.
- De chauffeur vertrekt van thuis naar een plek buiten de onderneming om de autocar op te halen met een ander vervoersmiddel en zijn reistijd is langer dan zijn gebruikelijke reistijd = diensttijd:
- Indien de chauffeur er minder dan 6uur over doet è (kleine/grote) Amplitude + vaste bezoldiging van 81,63 EUR
- Indien de chauffeur er langer dan 6 uur over doet è (kleine/grote) Amplitude + vaste bezoldiging van 110,69 EUR.
- De chauffeur eindigt zijn dienst buiten de onderneming en moet de autocar parkeren op een plaats die niet de garage is van de onderneming, en reist dan met een ander vervoersmiddel verder, dan is deze tijd geen diensttijd (indien korter dan naar garage).
- De chauffeur eindigt zijn dienst buiten de onderneming en moet de autocar parkeren op een plaats die niet de garage is van de onderneming, en reist dan met een ander vervoersmiddel verder (indien langer dan naar garage). = diensttijd:
- Indien de chauffeur er minder dan 6uur over doet è (kleine/grote) Amplitude + vaste bezoldiging van 81,63 EUR
- Indien de chauffeur er langer dan 6 uur over doet è(kleine/grote) Amplitude + vaste bezoldiging van 110,69 EUR.
GDPR (AVG)
1. Wat zijn de rechtsgronden voor de verwerking van persoonsgegevens?
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) noemt zes rechtsgronden (artikel 6 AVG) waarop de verwerking van persoonsgegevens mag steunen. Elke verwerking moet gebaseerd zijn op één van deze gronden:
-
Uitdrukkelijke toestemming (artikel 6(1)(a) AVG)
De betrokkene heeft vrijwillig, specifiek en geïnformeerd ingestemd met de verwerking van zijn/haar gegevens. -
Uitvoering van een contract (artikel 6(1)(b) AVG)
De verwerking is nodig voor de uitvoering van een overeenkomst waarbij de betrokkene partij is, of om op diens verzoek maatregelen te nemen vóór het sluiten van een overeenkomst. -
Wettelijke verplichting (artikel 6(1)(c) AVG)
De verwerking is noodzakelijk om te voldoen aan een wettelijke verplichting (bijv. fiscale of sociale verplichtingen). -
Vitale belangen (artikel 6(1)(d) AVG)
De verwerking is noodzakelijk om de vitale belangen van de betrokkene of van een andere natuurlijke persoon te beschermen (bijv. in noodgevallen). -
Taak van algemeen belang of uitoefening van openbaar gezag (artikel 6(1)(e) AVG)
De verwerking is nodig voor de vervulling van een taak van algemeen belang of voor de uitoefening van openbaar gezag. -
Gerechtvaardigd belang (artikel 6(1)(f) AVG)
De verwerking is gebaseerd op een gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke, mits de belangen of de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene niet zwaarder wegen.
2. Is het toegestaan om de persoonsgegevens van chauffeurs door te geven aan een derde partij?
Ja, maar alleen als deze overdracht gebaseerd is op een geldige rechtsgrond in de zin van artikel 6 van de AVG. Verschillende opties zijn mogelijk:
-
Uitdrukkelijke toestemming van de chauffeur (artikel 6.1.a);
-
Uitvoering van een contract waarbij het Fonds of het bedrijf partij is (artikel 6.1.b);
-
Wettelijke verplichting (artikel 6.1.c);
-
Gerechtvaardigd belang van de derde partij, mits een impactanalyse is uitgevoerd en de chauffeur volledig is geïnformeerd (artikel 6.1.f).
Elke communicatie zonder rechtsgrond is verboden. Bovendien is, indien het om een verwerker gaat, een overeenkomst conform artikel 28 van de AVG verplicht.
De betrokken personen moeten geïnformeerd worden over de doorgifte, en als de derde partij als verwerker optreedt, is een verwerkingsovereenkomst conform artikel 28 van de AVG verplicht.In alle gevallen blijven de naleving van de beginselen van transparantie, veiligheid en bescherming van de rechten van de betrokken personen essentieel.
3. Welke verplichtingen hebben we bij het delen van gegevens met een verwerker?
Artikel 28 van de AVG vereist een verwerkersovereenkomst met elke partij die namens ons gegevens verwerkt (bijv. IT-dienstverleners, HR-diensten). Deze overeenkomst moet de doeleinden, beveiligingsmaatregelen en rechten en plichten van beide partijen regelen.
4.Welke rechten hebben chauffeurs met betrekking tot hun persoonsgegevens?
Chauffeurs hebben de volgende rechten volgens artikelen 15 tot 22 van de AVG
-
Recht op toegang: inzage in hun gegevens en informatie over het gebruik ervan (art. 15).
-
Recht op rectificatie: correctie van onjuiste of onvolledige gegevens (art. 16).
-
Recht op wissen: verwijdering van gegevens onder bepaalde voorwaarden (art. 17).
-
Recht op beperking van verwerking: tijdelijk opschorten van verwerking bij betwisting (art. 18).
-
Recht op bezwaar: bezwaar maken tegen verwerking op basis van gerechtvaardigde belangen (art. 21).
-
Recht op gegevensoverdraagbaarheid: ontvangen van gegevens in een gestructureerd formaat en het overdragen aan een andere partij (art. 20).
5. Wat is een verwerkingsverantwoordelijke volgens de AVG?
De verwerkingsverantwoordelijke is de natuurlijke persoon, rechtspersoon, overheidsinstantie, dienst of ander orgaan die, alleen of samen met anderen, het doel en de middelen van de verwerking van persoonsgegevens bepaalt.
Met andere woorden, dit is degene die beslist waarom en hoe persoonsgegevens worden verzameld en gebruikt. De verwerkingsverantwoordelijke moet voldoen aan de verplichtingen van de AVG, met name op het gebied van gegevensbescherming, transparantie, beveiliging en het respecteren van de rechten van betrokkenen.
6. Wie is de Functionaris voor Gegevensbescherming (FG) en in welke gevallen is het verplicht er één aan te stellen?
De Functionaris voor Gegevensbescherming (FG) is een persoon die binnen een organisatie wordt aangewezen om te adviseren, informeren en toezicht te houden op de naleving van de AVG. Hij fungeert als aanspreekpunt tussen de organisatie, de betrokkenen en de toezichthoudende autoriteit.
De aanstelling van een FG is verplicht in de volgende situaties:
-
Wanneer de verwerking wordt uitgevoerd door een overheidsinstantie of een openbaar orgaan, behalve rechtbanken die hun rechterlijke taken uitvoeren;
-
Wanneer de hoofdactiviteiten van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker bestaan uit regelmatige en systematische monitoring van personen op grote schaal;
-
Wanneer de hoofdactiviteiten bestaan uit grootschalige verwerking van bijzondere categorieën van gegevens (zoals gezondheidsgegevens) of strafrechtelijke gegevens.
De keuze van de DPO gebeurt op basis van zijn of haar professionele kwaliteiten, en in het bijzonder de gespecialiseerde kennis van het recht en de praktijken inzake gegevensbescherming en het vermogen om de taken zoals bedoeld in artikel 39 van de GDPR uit te voeren (adviseren, informeren, toezicht houden op de naleving van de verordening, enz.).
De DPO kan intern of extern zijn. Indien extern, moet er een dienstverleningsovereenkomst worden afgesloten.
7. Welke interne documenten moeten we hebben om onze AVG-compliance aan te tonen?
De verwerkingsverantwoordelijke moet de naleving aantonen (principe van accountability – art. 5.2 en 24 AVG). Dit betekent dat er aanwezig moeten zijn:
-
een privacybeleid;
-
een register van verwerkingsactiviteiten (art. 30);
-
procedures voor het afhandelen van toegangsverzoeken en datalekken;
-
standaardcontracten voor gegevensoverdracht of verwerker;
-
en waar nodig een privacy impact assessment (art. 35).
8. Welke soorten persoonsgegevens mogen wij verzamelen over chauffeurs?
Conform het minimalisatieprincipe (artikel 5.1.c van de AVG) mogen alleen de strikt noodzakelijke gegevens voor het beoogde doel worden verzameld. Dit kunnen identificatiegegevens zijn (naam, voornaam, rijksregisternummer), contactgegevens, contractuele informatie (medewerkersnummer, functie), rijbewijsgegevens, werkprestaties of sociale voordelen. Het verzamelen van gevoelige gegevens is verboden, behalve in uitzonderlijke gevallen zoals vermeld in artikel 9 van de AVG.
9.vIs het verplicht om de toestemming van de chauffeurs te verkrijgen voor de verwerking van hun gegevens
Niet altijd. Toestemming is slechts één van de zes rechtsgronden volgens artikel 6 van de AVG. In een professionele context wordt verwerking meestal gebaseerd op:
-
de uitvoering van een arbeidsovereenkomst (art. 6.1.b),
-
een wettelijke verplichting (art. 6.1.c),
-
of een gerechtvaardigd belang (art. 6.1.f).
Toestemming is enkel vereist als geen andere rechtsgrond van toepassing is (bv. publicatie van foto's voor niet-contractuele doeleinden).
10.Wat zijn de risico's bij niet-naleving van de GDPR?
Niet-naleving kan leiden tot:
-
boetes tot 20 miljoen euro of 4% van de wereldwijde jaaromzet (artikel 83);
-
civiele en strafrechtelijke sancties;
-
reputatieschade;
-
en individuele rechtszaken door betrokkenen.
Specifieke vragen
Dranken en snacks aan boord – Verplichting tot registratie bij het FAVV?
Niet-alcoholische dranken en snacks:
Dit zijn de regels:
1. Gratis aanbod: wanneer uw onderneming drankjes en snacks gratis aanbiedt aan passagiers, is er geen verplichting om zich te registreren bij het FAVV.
2. Aanbod tegen kostprijs: wanneer uw onderneming drankjes en snacks tegen kostprijs aan de passagiers aanbiedt, is er geen verplichting om zich te registreren bij het FAVV.
3. Doorverkoop met winst: wanneer uw onderneming drankjes en snacks verkoopt aan passagiers, met een marge of winst, is er sprake van een commerciële activiteit. In dat geval is er een wettelijke verplichting om zich te registreren bij het FAVV en een bijdrage te betalen.
Alcoholische dranken en snacks:
Handelaars die alcoholische dranken verkopen, moeten in principe een vergunning aanvragen bij de FOD Financiën. Autocarondernemingen vallen niet onder deze regelgeving, op voorwaarde dat zij alcoholische dranken gratis of tegen kostprijs aanbieden aan hun passagiers.
Als uw bedrijf alcoholische dranken verkoopt met winst, moet u een vergunning aanvragen bij de FOD Financiën. De nieuwe vergunning "Handelaar in Alcohol en Tabak" treedt in werking op 1 mei 2025.
Bij een controle door politie of douane moet u kunnen aantonen dat u geregistreerd bent en dus gemachtigd bent om alcoholhoudende dranken met winst of marge (opnieuw) te verkopen.
Zwangere chauffeur: Zijn er specifieke regels in onze sector waarmee rekening moet worden gehouden (bv. vervroegd moederschapsverlof, aanpassing van de werkplek, enz.)?
Er bestaan geen sectorspecifieke regels voor zwangere chauffeurs in onze sector.
De algemene bepalingen van het sociaal recht zijn van toepassing (bv. bescherming van de zwangerschap, moederschapsverlof, eventuele aanpassing van de arbeidsomstandigheden, enz.).
Is een nieuw medisch onderzoek nodig als een chauffeur meer dan 30 dagen ziek is?
Het onderzoek bij werkhervatting is verplicht voor werknemers die onderworpen zijn aan het verplicht gezondheidstoezicht, na een afwezigheid van minstens vier opeenvolgende weken wegens ziekte, aandoening, ongeval of bevalling. Dit onderzoek moet plaatsvinden ten vroegste op de dag van werkhervatting en ten laatste op de tiende werkdag daarna.
Indien uw chauffeurs onderworpen zijn aan het verplicht jaarlijks medisch onderzoek wegens een veiligheidsfunctie, moeten zij ook het werkhervattingsonderzoek ondergaan.
Vakbekwaamheid voor ondernemers
Klik hier en begin te typen. Veritatis et quasi architecto beatae vitae dicta sunt explicabo nemo enim ipsam voluptatem quia voluptas sit aspernatur aut odit aut fugit sed quia consequuntur magni dolores eos qui ratione voluptatem sequi nesciunt.
Veelgestelde vragen
Klik hier en begin te typen. Veritatis et quasi architecto beatae vitae dicta sunt explicabo nemo enim ipsam voluptatem quia voluptas sit aspernatur aut odit aut fugit sed quia consequuntur magni dolores eos qui ratione voluptatem sequi nesciunt.