Beroepsclassificatie

Bedienden > Beroepsclassificatie

Het loonbarema in het ANPCB nr. 218 bestaat uit vier categorieën op basis van de functieclassificatie. Aangezien de functieclassificatie evenwel verouderd was, werden de voorbeeldfuncties binnen de bestaande vier klassen geactualiseerd.[1]

Een nieuwe functieclassificatie werd dus ingevoerd zonder algemene kostenverhoging waarbij een aantal functies worden aangepast in de beschrijving, omdat deze anders in een lagere klasse zouden terechtkomen.

De nieuwe classificatie bestaat uit een indeling in vier klassen (A, B, C en D).

  • Klasse A bevat "uitvoerende functies": deze functies worden algemeen gekenmerkt door het verrichten van een beperkt aantal eenvoudige, zich herhalende, taken.
  • Klasse B bevat "ondersteunende functies": deze functies worden algemeen gekenmerkt door het leveren van een bijdrage tot de realisatie van een grotere opdracht.
  • Klasse C bevat "beherende functies": deze functies worden algemeen gekenmerkt door het realiseren van een afgerond geheel van taken die samen één opdracht vormen.
  • Klasse D bevat "adviserende functies": deze functies worden algemeen gekenmerkt door het bewaken en ontwikkelen van één bedrijfsproces in het kader van een bepaalde doelstelling.

Het doel van de indeling van de bediendenfuncties in klassen is ondernemingen een objectieve richtlijn te geven bij de toepassing van de beloningsminima.

In geval de functie van een bediende, in dienst op het ogenblik van de overgang naar de nieuwe functieclassificatie, in een lagere klasse zou vallen, behoudt deze bediende zijn bestaande loon en de voorziene baremastappen van de vroegere loonklasse.

Deze gewijzigde functieclassificatie trad in werking op 1 januari 2010.

Hierna vindt u de nieuwe voorbeeldfuncties per klasse. 

[1] Art. 2 CAO 29 mei 1989 met betrekking tot de loon- en arbeidsvoorwaarden, KB 6 augustus 1990, BS 31 augustus 1990 (afgekort als CAO 29 mei 1989, gewijzigd door CAO 28 september 2009 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst 29 mei 1989 betreffende de arbeids- en beloningsvoorwaarden, hoofdstuk II Beroepsindeling (art. 2 en 3), algemeen verbindend verklaard bij KB 30 juli 2010, BS 8 september 2010).