Motivering ontslag

Vanaf 1 april 2014 heeft een werknemer die ontslagen wordt het recht om de concrete redenen die tot zijn ontslag hebben geleid te kennen.[1]

Een recht op motivering van het ontslag zoals die wordt omschreven door de CAO nr. 109, bestaat niet wanneer[2]:

  • de werknemer nog geen 6 maanden werd tewerkgesteld. Een overeenkomst afgesloten voor bepaalde tijd of uitzendarbeid wordt in deze termijn inbegrepen wanneer de werknemer vast in dienst wordt genomen;
  • De tewerkstelling gebeurt in het kader van uitzendarbeid;
  • De werknemer tewerkgesteld wordt met een overeenkomst voor studentenarbeid;
  • Er sprake is van werkloosheid met bedrijfstoeslag;
  • Een einde wordt gemaakt aan de arbeidsovereenkomst gesloten voor onbepaalde tijd, de eerste dag van de maand volgend op de dag waarop de werknemer de wettelijke pensioenleeftijd bereikte;
  • Een activiteit definitief wordt stopgezet;
  • De onderneming gesloten wordt;
  • De beëindiging kadert in een collectief ontslag;
  • Een bijzondere ontslagprocedure gevolgd moet worden, vastgelegd bij de wet of een CAO. Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn bij bijvoorbeeld werknemersvertegenwoordigers en preventieadviseurs.
  • De beëindiging van de arbeidsovereenkomst kadert in een ontslag om dringende reden. In dat geval wordt de procedure gevolgd eigen aan dit soort ontslag dewelke ook een motivatie vereist.

Recht op motivatie van ontslag

Een werknemer kan dan, per aangetekend schrijven, een verzoek richten tot zijn werkgever binnen de twee maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst.[3] Wanneer een opzeggingstermijn wordt gepresteerd, kan de werknemer tot 6 maanden na de betekening van die opzegging door de werkgever, een verzoek richten tot deze laatste, zonder dat deze termijn langer duurt dan 2 maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst.

Een werkgever die een verzoek tot motivering van ontslag ontvangt, beschikt over een termijn van twee maanden na ontvangst van het aangetekend schrijven, om de concrete redenen voor het ontslag te geven.[4] Dit moet ook per aangetekend schrijven gebeuren.

De werkgever die op eigen initiatief de redenen voor het ontslag schriftelijk meedeelt, is niet verplicht te antwoorden op het verzoek van zijn werknemer.[5]

Wanneer een werkgever niet antwoordt op het verzoek van zijn werknemer om het ontslag te motiveren, zal deze een forfaitaire burgerlijke boete moeten betalen aan die werknemer.[6] Deze boete moet dan overeenkomen met twee weken loon en komt bovenop een eventuele opzegvergoeding. De werkgever die uit eigen beweging het ontslag schriftelijk motiveerde, zal uiteraard geen dergelijke boete moeten betalen.

Manifest onredelijk ontslag

Wanneer een werkgever daarenboven antwoordt op het verzoek maar uit deze motivering blijkt dat er sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag, is de werkgever een schadevergoeding verschuldigd aan zijn werknemer die overeenstemt met minimaal 3 en maximaal 17 weken loon.[7][8]

Een ontslag wordt als manifest onredelijk aangemerkt wanneer het gebaseerd is op redenen die geen verband houden met de geschiktheid of het gedrag van de werknemer of die niet berusten op de noodwendigheden inzake de werking van de onderneming, de instelling of de dienst en waartoe nooit beslist zou zijn door een normale en redelijke werkgever.[9] 


[1] CAO nr. 109 12 februari 2014, betreffende de motivering van het ontslag (verder CAO nr. 109).

[2] Art. 2 CAO nr. 109.

[3] Art. 4 CAO nr. 109.

[4] Art. 5 CAO nr. 109.

[5] Art. 6 CAO nr. 109.

[6] Art. 7 CAO nr. 109.

[7] Art. 9 CAO nr. 109.

[8] Het concrete bedrag van de schadevergoeding wordt bepaald door de rechter die over zaak oordeelt en hangt af van de mate waarin het ontslag kennelijk onredelijk is.

[9] Art. 8 CAO nr. 109.