Sancties

Met een sanctie van niveau 3 (hetzij een strafrechtelijke geldboete, hetzij een administratieve geldboete, per betrokken werknemer[1]) wordt bestraft, de werkgever (of zijn aangestelde/lasthebber) die, in strijd met de wet van 20 september 1948 houdende de organisatie van het bedrijfsleven, in zijn onderneming geen ondernemingsraad opricht.[2]

Met dezelfde sanctie wordt bestraft, de werkgever (of lasthebber/aangestelde) die, in strijd met de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, in zijn onderneming geen comité voor preventie en bescherming op het werk instelt.[3]

Vanaf 1 januari 2012 verhoogde de wetgever de strafrechtelijke opdeciemen.[4] Zowel de strafrechtelijke als de administratieve geldboeten dienen vermenigvuldigd te worden met de factor 6 (in de plaats van de factor 5,5). In het Sociaal Strafwetboek zijn de overtredingen in vier categorieën ingedeeld. De vier categorieën geldboetes, inclusief de nieuwe opdeciemen bedragen:

[1] Art. 101 Sociaal Strafwetboek.

[2] Art. 190, § 1 Sociaal Strafwetboek.

[3] Art. 190, § 2 Sociaal Strafwetboek.

[4] Wet 28 december 2011 houdende diverse bepalingen inzake justitie (II), BS 30 december 2011.