Vergoeding van de Verplichte Nascholing

De houder van het rijbewijs vakbekwaamheid moet, om dit te behouden, een nascholingscursus volgen van 35 uur onderverdeeld in 5 modules van telkens 7 uur. Per gevolgde module van tenminste zeven uur krijgt hij zeven kredietpunten toegekend (in totaal 35 kredietpunten).[1] De behaalde kredietpunten zijn 5 jaar geldig.[2]

De werkgevers vergoeden hun werknemers de tijd van de verplichte nascholing (35 uur per 5 jaar)[3]:

  • binnen de werkuren, voorzien in het uurrooster, wordt betaald met een vergoeding gelijk aan 100% van het reële uurloon arbeidstijd;
  • buiten de werkuren, voorzien in het uurrooster, wordt betaald met een premie gelijk aan 100% van het reële uurloon[4].

De tijd van de verplichte permanente bijscholing die buiten de werkuren valt, telt niet mee voor de berekening van de arbeidsduur[5].

Het Sociaal Fonds betaalt aan de werkgevers 60% terug van de bovenstaande uitgaven na bewijsvoering (door de arbeiders behaalde "opleidingspunten")[6]. Deze terugbetaling wordt berekend op basis van forfaitaire uurkosten :

Bovenop de bedragen hierboven betaalt het Sociaal Fonds een forfaitair bedrag van 25 euro of 50 euro, naargelang het statuut van de onderneming en het al dan niet beroep kunnen doen op subsidies voorzien door de verschillende overheden. Deze tussenkomst is cumuleerbaar met deze vanuit de KMO-Portefeuille.

Het aanvraagformulier voor de tussenkomst kan gedownload worden van de website van het Sociaal Fonds (zie nuttige adressen). Copies van de attesten van de FOD Mobiliteit, die elke arbeider ontvangt na een opleiding, dienen toegevoegd te worden indien deze opleiding niet bij het FCBO werd gevolgd.

[1] Art. 45, § 3 KB 4 mei 2007.

[2] Art. 13, § 1 KB 4 mei 2007.

[3] CAO 26 november 2009 met betrekking tot de permanente vorming in de ondernemingen van geregeld, bijzondere vormen van geregeld en ongeregeld vervoer, algemeen verbindend verklaard bij KB 10 oktober 2010, BS 17 november 2010.

[4] De terugbetaling wordt uitgevoerd op basis van een forfaitair uurloon per sector, vermeerderd met de patronale RSZ-bijdragen. Zie ook art. 3 CAO 18 maart 2010 met betrekking tot de tussenkomst van het Sociaal Fonds in de vergoeding van de tijd van de verplichte permanente bijscholing in de ondernemingen van geregeld, bijzondere vormen van geregeld en ongeregeld vervoer, algemeen verbindend verklaard bij KB 10 september 2010, BS 8 november 2010 (CAO 18 maart 2010).

[5] CAO 20 oktober 2011 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 2010 met betrekking tot de tussenkomst van het Sociaal Fonds in de vergoeding van de tijd van de verplichte permanente bijscholing in de ondernemingen van het geregeld, bijzondere vormen van geregeld en ongeregeld vervoer.

[6] Art. 2 CAO 18 maart 2010 met betrekking tot de tussenkomst van het Sociaal Fonds in de vergoeding van de tijd van de verplichte permanente bijscholing in de ondernemingen van geregeld, bijzondere vormen van geregeld en ongeregeld vervoer, gewijzigd bij CAO 20 oktober 2011 tot wijziging van CAO 18 maart 2010 met betrekking tot de tussenkomst van het Sociaal Fonds in de vergoeding van de tijd van de verplichte permanente bijscholing in de ondernemingen van geregeld, bijzondere vormen van geregeld en ongeregeld vervoer.