Vakbekwaamheid

Wettelijke basis

Richtlijn 2003/59/EG[1] strekt ertoe de kwaliteit ("de vakbekwaamheid") van de professionele autocar- en autobuschauffeur te garanderen door middel van:

  • een examen voor de toegang tot het beroep ("de basiskwalificatie", die dient behaald te worden naast het rijbewijs D);
  • een systeem van opleiding tijdens de uitoefening van het beroep ("de nascholing").

Richtlijn 2003/59/EG werd in Belgisch recht omgezet door middel van het koninklijk besluit 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C1, C1+E, D, D+E en de subcategorieën C1+E, D1, D1+E, BS 10 mei 2007.

Het begrip vakbekwaamheid

Verkeersveiligheid en milieuvriendelijkheid zijn de basiselementen van de vakbekwaamheid. Volgens het Europees Parlement en de Raad zijn de minimumeisen voor de vakbekwaamheid het naleven van de veiligheidsvoorschriften tijdens het rijden en het stilstaan. Daarnaast verwachten zij dat de ontwikkeling van defensief rijgedrag in combinatie met rationeel brandstofverbruik zowel voor de samenleving als voor de vervoersector zelf positieve effecten zal hebben.[2]

Waar het begrip vakbekwaamheid inhoudelijk voor staat blijkt uit de lijst van de referentiewerken om zich voor te bereiden op de examens basiskwalificatie D (zie www.mobilit.fgov.be).[3]

[1] Richtl. EP en Raad nr. 2003/59/EG, 15 juli 2003 betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen, tot wijziging van verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad en richtlijn 91/439/EEG van de Raad en tot intrekking van richtlijn 76/914/EEG van de Raad, Pb. L. 10 september 2003 (afgekort als richtl. nr. 2003/59/EG).

[2] Punt 10, richtl. nr. 2003/59/EG.

[3] Deze lijst werd opgesteld door de leden van de Expertencommissie en bevat de werken die gebruikt werden voor het opstellen van de examens.