Premie bij Verlies van het Rijgeschiktheidsattest of Overlijden door een Ongeval in het Privéleven

Op voorstel van de vakbondsorganisaties (CCOD en BTB) en in overleg met de FBAA werd een overeenkomst afgesloten met twee verzekeringsmaatschappijen, de Volksverzekering en de Sociale Voorzorg. Deze overeenkomst voorziet in twee waarborgen voor ALLE arbeiders - gesyndiceerd of niet - van de sector van het collectief bezoldigd personenvervoer over de weg.

WAARBORG A: Een éénmalige uitkering van 7.932,60 euro bij de definitieve intrekking van het rijgeschiktheidsattest (het vroegere bewijs van medische schifting)

WAARBORG B: Een éénmalige uitkering van 7.932,60 euro bij het overlijden van de werknemer, wanneer het overlijden het gevolg is van een ongeval in het privéleven

De betaling van deze vergoeding is gekoppeld aan de onderstaande voorwaarden[1].

Toekenningsmodaliteiten

Verzekerde personen

De arbeid(st)ers waarvoor als dusdanig stortingen bij de RSZ werden gedaan en die tewerkgesteld zijn in de openbare of bijzondere autobusdiensten of in de autocardiensten. Bovendien dienen zij voor te komen op de personeelslijsten die aan het Sociaal Fonds worden overgemaakt.

Definitieve intrekking van het rijgeschiktheidsattest

  • het bedrag van 7.932,60 euro geldt tot de leeftijd van 55 jaar. Vanaf de 55ste verjaardag van de arbeider(ster) wordt het kapitaal van 7.932,60 euro per "meerjaar" met 20% verminderd, zodat de waarborg geheel vervalt op de 60ste verjaardag;
  • de arbeid(st)er moet 10 jaar voltijds tewerkgesteld zijn geweest in onze sector en dient minstens voor die periode het bezit van het rijgeschiktheidsattest te bewijzen;
  • de intrekking van het bewijs moet definitief zijn. Op vraag van de verzekeraar kan de werknemer verplicht worden om beroep aan te tekenen tegen deze beslissing.

Overlijden ingevolge een ongeval in het privéleven

  • het overlijden dient uitsluitend het gevolg te zijn van een ongeval in het privéleven, dit wil zeggen voorkomen wanneer de wet op de arbeidsongevallenverzekering niet van toepassing is of wanneer een zelfstandige beroepsactiviteit wordt uitgeoefend;
  • onder ongeval wordt verstaan een plotse, onvoorziene gebeurtenis, die buiten de wil van arbeider(ster) plaatsgrijpt en waarvan de oorzaak gelegen is buiten het organisme van de getroffene;
  • het overlijden dient uiterlijk in te treden drie jaar na de dag van het ongeval.

Toepassingsmodaliteiten

De arbeider(ster) die zijn (haar) bewijs van medische schifting verliest, meldt het aan zijn (haar) werkgever en vakbondsorganisatie en/of aan het Sociaal Fonds. De typeformulieren dienen onverwijld ingevuld te worden. Het is aan te bevelen het formulier in vier exemplaren in te vullen:

  • één voor de verzekeringsmaatschappij;
  • één voor het Sociaal Fonds;
  • één voor de werkgever, en;
  • één voor de arbeider(ster).

 [1] CAO 16 oktober 2007 betreffende de toekenning bij verlies van het getuigschrift van medische schifting en bij overlijden in geval van ongeval in het privéleven, algemeen verbindend verklaard bij KB 2 juni 2008, BS 9 juli 2008.