Inlichtingen over de Opleidingen van Werknemers Tijdens het Boekjaar

Sociale Balans > Methodologische Toelichting > Inlichtingen over de Opleidingen van Werknemers Ti...

De informatie betreffende de opleidingen dient op dezelfde manier in het verkort model van de sociale balans als in het volledig model van de sociale balans opgenomen te worden. Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen mannen en vrouwen. Naast het aantal betrokken werknemers en het aantal gevolgde opleidingsuren moeten de opleidingskosten eveneens opgenomen worden.

De sociale balans maakt een onderscheid tussen de voortgezette en de initiële opleiding.

De voortgezette opleiding wordt onderverdeeld in:

  • formele opleiding
  • minder formele en informele opleiding

De formele opleidingen kunnen georganiseerd worden door de onderneming zelf (interne opleiding) of door externen (externe opleiding).

Worden beschouwd als interne opleidingskosten:

  • de bezoldigingen van het personeel dat instaat voor de opleiding (bruto bezoldigingen en sociale lasten). Het betreft voltijdse opleiders, occasionele opleiders (alleen de uren besteed aan opleiding) en het personeel dat uitsluitend en voltijds instaat voor de organisatie of de administratieve aspecten van de opleiding.
  • de werkingskosten. Het betreft de uitgaven verbonden aan het onderhoud en de afschrijving van de lokalen, de uitrusting en het meubilair bestemd voor opleiding op voorwaarde dat ze exclusief daartoe worden gebruikt, alsook de uitgaven in het kader van de pedagogische ondersteuning van de opleiding (aankoop of aanmaak van pedagogische werken met uitzondering van werken met publicitaire inslag).
  • de bezoldigingen van de werknemers in opleiding (brutobezoldigingen en sociale lasten) gedurende de opleiding.
  • de verplaatsings- en verblijfkosten. Die kosten worden in rekening gebracht voor zover ze rechtstreeks verband houden met de
    opleiding.

Worden beschouwd als externe opleidingskosten:

  • de door het opleidingsinstituut aangerekende kosten die rechtstreeks met de opleiding verband houden
  • de uitsluitend voor de opleiding gebruikte benodigdheden die de onderneming niet zou hebben aangekocht indien de opleiding niet had plaatsgevonden
  • de bezoldigingen van de werknemers in opleiding (bruto bezoldigingen en sociale lasten) gedurende de opleiding
  • de verplaatsings- en verblijfkosten. Die kosten worden in rekening gebracht voor zover ze rechtstreeks verband houden met de opleiding.

Worden beschouwd als informele opleidingskost:

  • de bezoldigingen van de werknemers in opleiding (brutolonen plus sociale lasten) gedurende de opleiding. Daartoe past men op de totale jaarlijkse bezoldiging van de betrokken werknemer (of op het gemiddelde theoretische salaris dat overeenstemt met zijn categorie binnen de onderneming), de verhouding toe van het aantal tijdens het jaar gevolgde opleidingsuren op het totale aantal bezoldigde uren. Als die gegevens niet voorhanden zijn, dan worden de kosten geschat door het gemiddelde uurloon te vermenigvuldigen met het aantal aan de opleiding bestede werkuren
  • in voorkomend geval, de verplaatsings- en verblijfskosten van de deelnemers voor zover deze kosten rechtstreeks met de opleiding verband houden
  • de bezoldigingen van het personeel, dat instaat voor de opleiding, (brutolonen plus sociale lasten) gedurende de opleiding, of het nu gaat om on-the-job-training, dan wel om eender welke andere vorm van informele of minder formele opleiding
  • in voorkomend geval, het betaalde inschrijvingsgeld (bijvoorbeeld voor de deelname aan beurzen, workshops, conferenties, ...)

in voorkomend geval, de uitsluitend voor de opleiding gemaakte kosten voor leermateriaal, dat niet door de onderneming zou zijn aangekocht indien de opleiding niet had plaatsgevonden