Ecocheques

Garagepersoneel > Ecocheques

Met ecocheques kan het garagepersoneel ecologische diensten en producten aanschaffen die in de bijgevoegde lijst op de CAO nr. 98 van de Nationale Arbeidsraad (NAR) vermeld staan.[1]

De geldigheid van de ecocheques is beperkt tot 24 maanden vanaf de datum van terbeschikkingstelling aan het personeel. [2]

De hoogste nominale waarde van de ecocheque bedraagt 10 euro per cheque.[3]

Toekenning van ecocheques

Vanaf 1 januari 2014 worden aan elke voltijds tewerkgestelde arbeider twee semestriële schijven van ecocheques betaald, elk ter waarde van 125 euro.[4]

De betaling van deze ecocheques vindt plaats op de volgende tijdstippen:

  • ten laatste op 15 juni en behelst de referteperiode van 1 december van het voorgaande jaar tot en met 31 mei van het lopende jaar;
  • ten laatste op 15 december en behelst de referteperiode van 1 juni tot en met 30 november van het lopende jaar.

Een alternatieve besteding voor deze ecocheques was mogelijk.

Ondernemingen konden vóór 30 juni 2011 een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak afsluiten en waren vrijgesteld tot het betalen van ecocheques vanaf juni 2011. Indien er geen akkoord werd bereikt was het mogelijk om vóór 1 oktober 2011 een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak af te sluiten. Deze ondernemingen dienen de eerste schijf van 125 euro nog in ecocheques te betalen.

Deze alternatieve besteding was geldig op voorwaarde dat het jaarlijks bedrag van 2 x 125 euro gegarandeerd werd en er een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak werd afgesloten.

Opgelet ! In afwijking van de bovenstaande regeling worden in 2011 aan elke voltijds tewerkgestelde arbeider ecocheques betaald ter waarde van 250 euro.[5] Deze ecocheques worden ten laatste op 15 december 2011 toegekend. De referteperiode loopt van 1 december 2010 tot en met 30 november 2011. Vanaf 2012 vindt de betaling opnieuw plaats op de hogervermelde tijdstippen.[6]

Prestaties en gelijkstellingen

Voor de toekenning van de ecocheques wordt per referteperiode rekening gehouden met de gewerkte dagen van de arbeider die voltijds is tewerkgesteld.[7]

Met gewerkte dagen worden gelijkgesteld alle dagen die zijn opgenomen in artikel 6, § 3 van de hierboven vermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98:

  • alle dagen waarvoor de betrokken arbeider loon (bv. gewaarborgd maandloon in geval van ziekte, loon bij klein verlet) of vakantiegeld hebben gekregen;
  • de dagen moederschapsverlof;
  • de dagen arbeidsongeschiktheid gedekt door een vergoeding die wordt toegekend overeenkomstig de CAO nr. 12bis van 26 februari 1979 (de bijkomende vergoeding gekregen door de arbeiders en door dewelke een gewaarborgt loon wordt aan hen toegekend in geval van ziekte).

Bovendien worden ook met gewerkte dagen gelijkgesteld, alle dagen van tijdelijke werkloosheid en 30 dagen ziekte of (arbeids-) ongeval bovenop de dagen gedekt door gewaarborgd maandloon.

Uitzendkrachten die werken voor bedrijven die onder het Paritair Comité 112 vallen, hebben ook recht op ecocheques. Dit onder dezelfde voorwaarden als hiervoor beschreven en pro rata zoals hierna beschreven. De uitbetaling gebeurt ten laste van het uitzendkantoor dat hen tewerk stelt.[8]

Pro rata toekenning

Er wordt een pro rata uitbetaald in de volgende gevallen[9]:

  • arbeiders die in de loop van het betrokken semester in de onderneming in dienst of uit dienst treden, hebben recht op een pro rata van semestriële schijven a rato van 1/25e per week met een maximum van 25/25sten. Voor de toepassing van deze alinea wordt met week bedoeld, elke week waarin minimum één dag wordt gewerkt of gelijkgesteld;
  • deeltijdse arbeiders hebben recht op een pro rata in functie van de tewerkstellingsbreuk. De tewerkstellingsbreuk is de verhouding tussen de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de arbeider en de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse arbeider (38 u).

Bij uitdiensttreding dienen de ecocheques, die pro rata worden toegekend, te worden uitbetaald ten laatste op het moment van de uitdiensttreding.[10]

Recurrentie

Elke vorm van invulling van de koopkracht geldt voor onbepaalde duur. De waarde van de koopkracht bedraagt 250 euro per jaar (inclusief RSZ-bijdragen voor werkgever en werknemer) vanaf 2011.[11]


[1] CAO nr. 98 van 20 februari 2009 betreffende de ecocheques, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst 21 december 2010, algemeen verbindend verklaard bij KB 28 juni 2009, BS 13 juli 2009.

[2] Art. 7 cao 29 april 2014 betreffende het sectoraal systeem ecocheques

[3] Art. 5 cao 29 april 2014.

[4]Art. 3 cao 29 april 2014.

[5] Uitzonderlijk gebeurt de betaling éénmalig en niet in twee keer.

[6] CAO 20 oktober 2011 betreffende de koopkracht van het garagepersoneel en tot toekenning van ecocheques aan het garagepersoneel.

[7] Art. 9 cao 29 april 2014.

[8] Art. 11 CAO 29 april 2014

[9] Art. 12 cao 29 april 2014.

[10] Art. 13 cao 29 april 2014.

[11] Art. 19 CAO 29 april 2014.