Dringende reden

De werkgever heeft het recht om de arbeidsovereenkomst onmiddellijk en zonder opzeggingstermijn of -vergoeding te verbreken in geval van een "ernstige tekortkoming van de werknemer die elke professionele samenwerking tussen de werkgever en de werknemer onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt" (enkel bij een beschermde werknemer moet de werkgever een bijzondere procedure volgen).[1]

Opgelet! Omdat deze vorm van ontslag een strenge straf is, heeft de wetgever een strikte procedure voorgeschreven:

  • vanaf het moment dat de werkgever op de hoogte is van de dringende reden, heeft hij nog drie werkdagen om de werknemer te ontslaan. Een louter vermoeden is niet genoeg: er moet voldoende zekerheid zijn over het feit dat een dringende reden uitmaakt.
  • binnen drie werkdagen na het ontslag moet de werkgever de feiten meedelen die het ontslag om dringende reden rechtvaardigen. Deze feiten moeten volledig en duidelijk omschreven worden (datum en plaats van feiten, datum van kennisname, getuigen, omschrijving, ...). De kennisgeving van deze feiten moet gebeuren met een aangetekende brief of een deurwaardersexploot (op straffe van nietigheid).

Het begrip "dringende reden" moet strikt worden geïnterpreteerd. Er moet sprake zijn van: 

  • een tekortkoming (men moet aan de werknemer een fout kunnen aanwrijven);
  • die ernstig is (het moet gaan om een ernstig feit). Een dringende reden is niet hetzelfde als een voldoende reden;
  • die elke professionele samenwerking (in principe moet het dus gaan om professionele fouten, alhoewel ook het privé-leven een invloed kan hebben op de uitwerking en de voortzetting van de overeenkomst);
  • onmiddellijk en definitief (dus zelfs een tijdelijke verdere samenwerking is uitgesloten);
  • onmogelijk maakt (een feit dat de samenwerking bemoeilijkt, volstaat niet).

[1] Art. 35 Arbeidsovereenkomstenwet.